De inheemse Christelijke Arameeërs van Mesopotamië
Een vergeten volk met een glorieuze geschiedenis
(Orthodoxen, Katholieken, Maroniten, Melkiten en Nestorianen (‘Chaldeeërs’, ‘Assyriërs’) )
Geschiedenis & Vervolgingen De inheemse Aramese volk van Mesopotamië (= Aram-Naharaim in Hebreeuws, dat betekent de Aram van de twee rivieren), de bakermat van de beschaving, die sinds duizenden jaren aanwezig zijn in de regio van Aram-Naharaim, hebben een aanzienlijke bijdrage geleverd aan de wereldbeschaving, met name door hun taal – het Aramees (Syrisch)- ook gesproken door Abraham, Moses en Jezus Christus. Deze sacrale taal is nog steeds in gebruik bij diverse Aramese denominaties over de hele wereld (zie meer over: Aram-Naharaim; Aram-Nahrin, Paddan-Aram enz..: http://www.aramnahrin.org/English/Aramnaharaim.htm) Ze zijn het slachtoffer geweest van pogroms, mishandeling, genocides en etnische zuiveringen uitgevoerd door diverse extremistische volkeren en regimes van het Midden-Oosten gedurende honderden jaren en dit wordt voortgezet tot vandaag de dag. Als gevolg hiervan zijn ze naar het Westen gevlucht, waaronder Nederland. In Nederland zult U ze vooral aantreffen in Twente, met hun geestelijk centrum de St. Afrem de Syriërs Klooster in Glane. Dit volk, met een glorieuze en rijke geschiedenis, lijkt pijnlijk genoeg te zijn vergeten door de wereld en ook nog eens geregeld onjuist en tegenstrijdig met hun oorsprong gepresenteerd in sommige media. De Arameeërs (niet te verwarren met “Armeniërs”) van Aram-Naharaim waren geprezen geleerden in hun tijden. Ze studeerden en onderwezen zowel theologische als profane wetenschappen. De wetenschap van bijvoorbeeld de antieke medicijnen was in de handen van de Arameeërs van Aram-Naharaim. Zij studeerden echter ook fysica, filosofie en astronomie. Door de Arameeërs werd de Griekse wetenschap vertaald naar Arabisch en zeer waarschijnlijk overgebracht naar het Westen. De Italiaanse filmproducer Giacomo Pezzali was zo gefascineerd door de rijke erfgoed van de Arameeërs dat hij besloot om samen met de wereldberoemde Engelse professor Sebastian Brock van de Oxford University (op het gebied van Hebreeuwse en Aramese letteren) om een film te maken over drieduizend jaar geschiedenis, cultuur en de religie van de Semitische Arameeërs, getiteld: De Verborgen Parel: Het Aramese Erfgoed van de Syrisch Orthodoxe Kerk. Dit prachtige multimedia project is inmiddels afgrond en kan als een informatiebron fungeren voor diegenen die zich interesseren voor de cultuur, religie en de geschiedenis van een der oudste nog bestaande Semitische volkeren uit het Midden-Oosten die al duizenden jaren in Mesopotamië vertoeven, waarvan een deel sinds 2e helft van de 20e eeuw naar het westen is uitgeweken.
|
|
De Verborgen ParelEen multimedia project die grofweg drieduizend jaar geschiedenis, cultuur en religie van de inheemse Aramese volk van Aram-Naharaim overspant. Het project is tot stand gekomen door de grote inzet van de op 29-10-2005 overleden Mgr. J. Y. Cicek. Het project bestaat uit drie videobanden en drie geïllustreerde naslagwerken. |
Het gebied waar de Arameeërs vandaan komen is bekend geworden onder de naam ,, Mesopotamië” en is sinds de 20e eeuw verdeeld onder de moderne staten Turkije, Syrië en Irak. In vroegere tijden werd de bakermaat van de Aramese voorvaders,, Aramnahrin” (of: Aram-Nahrin) genoemd in het Aramees. In het Hebreeuws werd het ,,Aram-Naharaim” genoemd, een term die we geregeld in het oude testament tegenkomen. Toen het oude testament werd vertaalt in het Grieks, werd de term,, Aram-Naharaim” vertaalt door “Mesopotamie” waar velen mee bekend zijn geraakt tijdens hun opleiding. Het noorden van Aram-Naharaim werd Paddan-Aram genoemd; dat betekent het vlakte/land van Aram waar Bijbelse figuren als Abraham en Jacob hebben vertoefd; hetgeen globaal gesproken vandaag de dag het zuid-oosten van Turkije omvat. Een deel van Paddan-Aram wordt vandaag Tur-Abdin genoemd in het Aramees dat betekent “bergen van de dienaren Gods” vanwege de overweldigende aanwezigheid van kloosters en kerken.Vanwege de overweldigende aanwezigheid van de Arameeërs in het zuiden van Aram-Naharaim; werd het ,,Beth-Aramaya” genoemd, dat betekent in het Aramees het huis van de Arameeërs. |
Na de komst van Jezus Christus hebben de Arameeërs van Aram-Naharaim de leer van Jezus Christus aanvaard en hebben samen met de apostelen van Jezus Christus en de bekeerde Joden de Syrische kerk van Antiochië opgericht, de tweede patriarchaat na Jeruzalem, waar voor het eerst de volgelingen van Jezus Christus “Christenen” werden genoemd (Handelingen 11:26). Deze kerk was de moeder van alle kerken – en de eerste kerk opgericht buiten Israël – wiens patriarch resideert in Damascus, Syrië. De Semitische Arameeërs ondergingen een naamsverandering na het aanvaarden van het christendom en werden “Syriërs” genoemd ( echter niet te verwarren met de Arabische Islamieten), om te worden onderscheiden van de Arameeërs die niet waren bekeerd. Omtrent de synonymie Arameeërs/Syriërs voor één en dezelfde volk, zie hieronder de getuigenissen van de briljante geleerden van de (West en Oost) Syrische Kerk van Antiochië. (Vergelijk dit bijvoorbeeld met Engeland- Groot-Brittannië, Turks- Ottomaans, Iran – Perzië, in essentie de identificatie van een en dezelfde volk, echter met twee namen). |
In het Oost-Syrisch zeggen we: Suryaye en in het West-Syrische dialect van het Aramees zeggen we: Suryoye. Het is een volk met een rijk erfgoed, opgesplitst in diverse kerkelijke gemeenschappen met verschillende benamingen, dat altijd heeft gewoond in het Midden-Oosten. Om hen te identificeren met een andere benaming dan ‘Arameeërs’ is daarom in strijd met de geschiedenis en de algemene aanvaarde kennis zoals deze door de moderne geleerden wordt bevestigd. De zojuist geciteerde geleerden, en de vele andere ongeciteerde auteurs, zijn de grote wetenschappers van de Syrische Kerk van Antiochië. Toen deze geleerden de wereld van hun tijd van voortreffelijke informatie voorzagen, bestonden de meeste Europese landen nog niet eens. De wetenschap die werd bedreven, later overgebracht naar het Westen, stond destijds zelfs nog in haar kinderschoenen. Waarom deze en vele andere geleerden genegeerd zijn als het ging om de oorsprong van ons volk, blijft vooralsnog een raadsel. In het Midden-Oosten kan men ze aantreffen in Iran, Irak, Syrië, Turkije, Israël en Jordanië. In het begin van het christendom was ons volk geografische onderverdeeld in West- Arameeërs en Oost- Arameeërs. Globaal gesproken leefden de oost –Arameeërs in Perzië en de West- Arameeërs in het Romeinse rijk. In de loop van de tijd splitste ons volk in diverse Christelijke denominaties.
De Oost- Arameeërs zijn diegenen die tot de Oost-Syrische kerk behoren en die ook bekend is geworden als “Nestoriaanse” kerk (Sinds 5e eeuw):
De West- Arameeërs zijn diegenen die tot de West-Syrische kerk behoren:
1.2 Vervolgingen Na het aanvaarden van het Christendom, hebben de vredelievende Arameeërs van Aram-Naharaim altijd geprobeerd om in vrede en broederschap te leven met andere volkeren in de regio, door hen te behandelen als gelijken en de wetten van de landen te respecteren wiens onderdanen wij vormden. Het is echter erg pijnlijk om te constateren dat een volk die altijd de weg van vrede en broederschap heeft gevolgd vandaag de dag volledig wordt genegeerd en gediscrimineerd in hun eigen woongebieden, bezet door anderen, en daarbij hun fundamentele mensenrechten worden geschonden. Niet zelden zijn er pogingen ondernomen om te proberen hen van de aardbodem uit te roeien. De ervaring leert, door jarenlange vervolging en discriminatie, dat de benadering van liefde, broederschap en tolerantie niet werkt in sommige landen -en bij sommige volkeren van het midden oosten om onze fundamentele mensenrechten te verkrijgen. Sterker nog, door onze ervaring van honderden jaren van discriminatie en vervolging, weten we dat het concept van vreedzame samenwerking in sommige delen van het midden-oosten als een vreemde concept wordt beschouwd, daar vele groepen en volkeren hiermee niet bekend zijn, maar veeleer hun toevlucht zoeken tot de weg van intolerantie; een weg die de oorzaak is geweest van bloedbaden, haat en bijna onoplosbare problemen. Het was de weg van de intolerantie die bijna ons volk heeft uitgeroeid, omdat zij anders waren, zij spraken de taal van Jezus Christus, ze vormden de voortzetting van duizenden jaren van cultuur en rijke historie en zij vormden de voorzetting van het vroege Christendom. Om deze reden kan worden gezegd dat de realiteit van ons geschiedenis bestaat pijnlijk genoeg hierin, dat onze buren in Aram-Naharaim niet volwassen genoeg waren om zaken te begrijpen als: liefde, tolerantie, waardigheid en leven met elkaar op gelijke voet op basis van respect voor elkaars geloof. Het resultaat van deze intolerantie is geweest dat het Aramese volk heeft geleden onder genocides, mishandelingen, etnische zuiveringen en is het slachtoffer geweest van plunderingen uitgevoerd door de verschillende volkeren en machthebbers van het Midden-Oosten gedurende honderden jaren hetgeen voortduurt tot vandaag de dag met het doel om ons volk van de aarde bodem te doen verdwijnen. De climax van mishandeling en terreur tegen de Arameeërs van Mesopotamië werd bereikt in 1914-18 toen – hoewel exacte getallen onbekend – ongeveer 600.000 van hen op brute wijze werden afgeslacht wiens onschuldige bloed nog steeds om gerechtigheid schreeuwt, met het resultaat dat het Aramese volk dramatisch werd verzwakt. Meer over deze genocide (http://www.aramnahrin.org/Dutch/ArameseGenocide.htm) ----Citaten de Aramese Genocide---- (Het dorp Ka‘biye (blz. 86/87/88/89/90/91) ………………….. En op 20 april, om 5 uur ’s avonds, overvielen Koerden van verschillende families het dorp Ka‘biye,……………… Dus brachten ze de gevangenen naar de weg richting Igil, naar een kleine verhoging, waar men over de Eufraat kon uitkijken: daar werden ze uitgekleed, vermoord en naar beneden gegooid, de Eufraat in………………….. En in de eerste nachtwacht staken ze de lijken van de arme martelaren in brand en ze warmden zich aan hun lichamen tot aan de ochtend. …………………….Omdat er alleen nog maar vrouwen en kinderen in het dorp waren, kwamen de Koerden terug en namen iedere vrouw die hun beviel mee (blz. 89) … scheidden zich de mannen van de vrouwen, en voor de ogen van allen richtte men de pistolen op hen en schoot men ze dood, en de lijken van de slachtoffers vielen als schapen op de grond. Daarop verschenen de Koerdische groepen als wilde dieren, bewapend met allerlei dodelijke wapens zoals bijlen, spitse haken, zwaarden, dolken, stokken en sikkels. O, bittere gruwel, ontroostbare treurnis, toen men zag, hoe de zuigelingen aan de schoot van hun moeder ontrukt werden en hun bloed zich mengde met melk, hoe dat de moeders voor aller ogen werden verkracht, en hoe er niemand was die dat had kunnen verhinderen of had kunnen eisen dat men ophield. O aarde, dek slechts toe, dek toe, verberg u, zon, verberg u. (blz. 90) G. Het dorp Sa‘diye Brafe (blz 93) Het verhaal van het dorp Sa‘diye Brafe is ons via een soldaat van het 50ste leger ter ore gekomen. Hij zei: Ik was een soldaat in het 50ste leger in Sa‘diye Brafe. Toen de Christenvervolging begon, kwam de districtsleider van de stad Almadina met ongeveer 70 christenmannen uit Baschrije naar Sa‘diye Brafe. Toen zij in het dorp Tafa (of: Tafo) aankwamen, vonden ze bij het dorp, aan de oever van de rivier een diep ravijn, waar hij de mannen in liet brengen. Vervolgens gaf hij de soldaten en de Koerden bevel hen te doden, maar niet met het geweer, maar met bijlen, dolken, zwaarden, spitse haken en andere voorwerpen. En die het mij verteld heeft, zei, dat het hoofd van iemand die onthoofd was, nog tien minuten lang sprak en tot Jezus bad.’ C. De wildheid van de misdadigers. (boek Blz. 132) Een van de soldaten van het 50ste leger vertelde ons: toen een groep vervolgde christenen richting de dood ging, had een vrouw, de moeder van een zoontje van twee, tegen een soldaat gezegd:’Ik weet dat ik de dood in gevoerd word; hier is mijn zoontje, neem hem mee en adopteer het; ik geef je ook nog de drie gouddinar die ik heb, waarmee je zijn onderhoud kunt betalen.’ De soldaat nam de gouddinars aan en stopte die in zijn zak; daarop droeg hij het kind weg en sloeg het tegen een rots vóór hem, zodat het onmiddellijk, voor de ogen van zijn moeder, stierf. 50. Het bloedbad van Nusaybin (blz 124/25/26) ……….Op dinsdag 15 juni kwamen de strijdkrachten weer terug en verzamelden alle christenen: mannen en jonge mannen gooiden ze in de gevangenis en midden in de nacht brachten zij ze naar een plek die Kharab Kurt heet, een verlaten steengroeve: daar vermoorden ze hen allen. ………Daarop bracht diezelfde Qaddur, de opperbevelhebber, alle vrouwen en kinderen bij elkaar, en sloot ze op in de kerk van Mor Ja‘qub. Vervolgens bracht hij de vrouwen naar een plek die Kharabe Kurt heet, en vermoordde ze, nadat hij de mooie meisjes eruit had gehaald; de kinderen boeide hij met touwen, en bracht ze naar een veld buiten het dorp, waar ze door paarden onder de voet werden getrappeld. En zo werden ze onder de hoefijzers van de paarden vermoord. 46. Het bloedbad in de stad Se‘ert. ………………….Halfweg 1915 gingen de Koerdische rouwdouwers daar tekeer: ze vielen de huizen van de christenen binnen en begonnen hen te folteren en te vermoorden. Vervolgens overviel men de christenhuizen, bracht alle vrouwen en kinderen, jongens en meisjes, bijeen, deelde ze op in drie groepen en voerden ze ter slachtbank, de een na de ander: barrevoets, naakt, vol honger en dorst. Om ze nog meer pijn te doen, moesten ze over opengehaalde wegen lopen, nadat ze hun kleren hadden moeten uitdoen. Ze verkrachtten de vrouwen en onteerden de meisjes, waarna ze hen allen doodden. Veel van die misdadigers kozen zich wat hun beviel uit de knappe, nog onvolwassen meisjes, en namen die mee naar hun huis, om hun lage begeerten te bevredigen. Met deze poging – die een diepe woonden heeft veroorzaakt bij ons volk dat het nooit heeft vergeten- om een van de oudst nog bestaande Semitische volkeren uit te roeien, hielden de discriminatie en de moorden niet op, in tegendeel, ze werden voortgezet, ongemerkt door de buitenwereld, op een meer geraffineerde, sluwe en stille wijze dat heeft geleid dat velen van ons volk, de (inheemse) Arameeërs van Aram-Naharaim, werden gedwongen om naar het westen te vluchten en hebben het sacrale land van hun voorvaderen achtergelaten dat door hen gedurende duizenden werd bewoond. Bijvoorbeeld, 30 jaar geleden waren er ongeveer 40.000 mensen in Tur Abdin ( = ‘de bergen van de dienaren van de Heer’ in het Syrisch (Aramees), vanwege de overweldigende aanwezigheid van de kloosters en kerken) in Zuid-Oosten van Turkije, terwijl vandaag de dag het aantal Arameeërs in Tur Abdin is gereduceerd tot 2000. Volgens de Syrisch Orthodoxe Priester Dale Johnson, heeft de Syrische Kerk van Antiochië aan 38 verschillende afslachtingen en genociden blootgestaan. Om deze reden wordt de Syrische Kerk van Antiochië ook wel de “kerk van martelaren” genoemd. Deze terreur en discriminatie gedurende eeuwen heeft ons volk gedwongen om de landen van de voorvaders te verlaten, hetgeen door hen werd bewoond sinds duizenden jaren, en velen zijn daarom gevlucht naar het Westen. Ondanks de vervolgingen en pogroms gedurende eeuwen, ondanks de pogingen van hen die zich voordeden als “onze broeders” en ons in diverse groepen splitsten, ondanks de pogingen van hen die probeerden om ons geschiedenis te vervalsen, ondanks de Arabizatie, de Turkificatie en de Kurdificatie, slaagde het Aramese volk op wonderbaarlijke wijze in om te overleven, hoewel behoorlijk verzwakt. Één van de redenen dat dit vreedzame volk kon overleven was vanwege zijn immense flexibiliteit om zich aan te passen aan iedere situatie waarmee ze werden geconfronteerd. Ook zeer belangrijk was het werk van de monniken in de kloosters die niet alleen het geloof, de cultuur en de geschiedenis levend hielden, maar ook optekenden, onder zware omstandigheden waarbij ze soms hun leven riskeerden, de vervolgingen, pogroms en genocides tegen het weerloze Aramese volk die was toevertrouwde aan de genade van volken en regimes wiens woordenboek ontbraak aan de woorden als vrede, broederschap en respect. 1.3 De Westerse missionarissen en het creëren van mythische identiteiten Pijnlijk genoeg dient er vermeld te worden dat ons volk niet alleen erg veel geleden heeft onder diverse extremistische groeperingen in het midden-oosten- die geprobeerd hebben om ons van de aardbodem te doen verdwijnen- , maar ook de westerse missionarissen, op wie we dachten dat we konden vertrouwen en begrip konden vinden, hebben ons volk onnoemelijke leed berokkent door het zaaien van verdeeldheid in de naam van “Jezus”. De Aramese Christenen beschouwen andere Christenen als hun gelijken in liefde en broederschap. Dit was ook de reden dat we de Westerse missionarissen verwelkomden, in de 16e en 19e eeuw, als onze gelijken in geloof van waarheid en gerechtigheid. Dit bleek helaas een vergissing te zijn! Immers, de westerse missionarissen kwamen naar het Midden-Oosten in de naam van “Jezus” en werden verondersteld om vrede, eenheid en liefde te brengen en hun zwakke Aramese broeders en zusters te beschermen tegen fanatieke volken van het Midden-Oosten. In plaats van het uitvoeren van hun taak als ware Christenen, verzwakten ze, creëerden ze onderlinge haat en splitsen ons volk in diverse denominaties met als resultaat dat ons volk kwetsbaar werd gemaakt en ten prooi viel van de fanatieke volken in het midden-oosten wiens woordenboek ontbreekt aan worden als liefde en broederschap. Deze verdeel en heerspolitiek in de naam van “Jezus” heeft niet alleen ons volk behoorlijk geschaad, maar ook het Christelijke geloof in het algemeen. Hoewel de naam van ons volk en zijn geschiedenis zeer goed is gedocumenteerd[3], vonden de Rooms Katholieke kerk en de Anglicaanse missionarissen het nodige om mythische namen op ons volk op te plakken met het gevolg dat we geregeld in sommige media onjuist worden gepresenteerd door mensen die geen enkel autoriteit en gezag hebben om namens ons te spreken. Om deze reden is het van belang om enkele woorden te wijden aan het gedrag van de Westerse missionarissen, uitgevoerd in de 16e en aan het einde van 19e eeuw. Door het optreden van de missionarissen van de Katholieke kerk werd de Oost-Syrische (Nestoriaanse) Kerk in 1551 gesplitst in twee groepen. Het gesplitste deel kreeg in 1552/1553 de naam “Chaldeeërs”, omdat zij in het gebied van de vroegere Chaldeeërs woonden (groot deel van de huidige Irak). Met deze benaming was de Chaldeeuwse Kerk van Babylon geboren en de splitsing van de Oost-Syrische kerk was een feit. Hetzelfde proces werd herhaald aan het einde van de 19e eeuw, maar nu uitgevoerd door de Anglicaanse missie, die de naam “Assyriërs” aan de tot dan toe overgebleven Oost-Aramese Nestorianen gaven, die zich niet hadden aangesloten bij de Rooms Katholieke Kerk, met name diegenen woonachtig in Hakkaria (grens Turkije- Irak) en Urmia (Iran). Deze onjuiste benaming werd enkel en alleen om geografische redenen toegepast op de Nestorianen die ook deze naam begonnen te gebruiken. De oost-Aramese Nestorianen prefereren sindsdien om zich te identificeren als “Assyriërs” en proberen, met alle mogelijk middelen, om deze valse naam op andere Aramese denominaties op te dringen door het verspreiden van desinformatie omtrent de oorsprong van ons volk en onze sacrale taal, het Aramees. Deze pijnlijke en mythische omschrijvingen waarmee ons volk werden aangeduid, uitgevonden door de buitenstaanders, die zich onbewust waren van de Verborgen Parel- hetgeen tot vandaag de dag begraven lag onder de vervolgingen en etnische zuiveringen van het voorbije eeuwen, is beslist niet in overeenstemming met de historische feiten zoals opgetekend door de briljante historici van de Kerk van Antiochië, die niet alleen de wereld van hun tijd hebben verlicht met theologische kennis, maar ook met de profane wetenschap. Telkenmale als ons volk wordt geïdentificeerd met een andere naam dan Arameeërs, worden we herinnerd aan de pijnlijke activiteiten van de westerse missionarissen in het midden-oosten die de oorzaak zijn geweest van leed en verdeeldheid. 1.4 Consequentie voor de Kerk van het westen Als wij kijken naar de verdeel en heerspolitiek, begaan in de naam van ,,Jezus”, onder de Arameeërs van Mesopotamië; dan valt dat op geen enkel te rechtvaardigen vanuit het Bijbels- christelijke optiek. Sterker nog, dit soort ,,evangelisatie” wordt resoluut van de hand gewezen door de Apostel Paulus. De gecreëerde haat, verdeeldheid, vijandschap onder ons volk valt op geen enkele wijze te rechtvaardigen. Hieronder zullen wij dit U toelichten. Geachte lezer, ongeacht Uw religieuze of etnische achtergrond; als inheemse Christelijke Arameeërs van Aram-Naharaim willen we graag de woorden van apostel Paulus onder Uw aandacht brengen als hij zegt,, Ik heb er altijd mijn eer in gesteld het evangelie niet te verkondigen op plaatsen waar al over Christus gesproken was. Het is niet mijn bedoeling te bouwen op een fundering die door een ander is gelegd” Als U (als een Westerling) gelooft, zoals wij geloven, in dezelfde God en dezelfde Bijbel; neem dan alstublieft de volgende vragen in beschouwing:
Naar aanleiding van de missieactiviteiten van de westerse missionarissen zegt professor John Jospeh,, ,, Andere door het westen gesteunde stromingen begonnen zich te profileren in het begin van de 20ste eeuw. Een Zweeds - Amerikaanse “Augustana Synode” had een Nestoriaanse priester in dienst die een twee-dagen school bestuurde. De “Evangelican Association for theAdvancement of the Nestorian Church” opgericht in Berlijn in 1906 had een Nestoriaanse priester in dienst die een Lutherse opleiding kreeg in Duitsland. Gedurende tien jaren heeft een Duitse “Orient mission” een weeshuis buiten Urmia onderhouden voor de Nestoriaanse vluchtelingen uit de bergen. Andere kleine missies waren verbonden met “The American Dunkards”, “The Holiness Methodists”, “The American Southern Baptists and Northern Baptists” en de Engelse stromingen. Daar was waarschijnlijk geen enkel missieveld in de wereld waar zoveel rivaliserende “Christelijke” krachten aan het werk waren dan in Urmia in het begin van deze eeuw; allemaal vechtend voor de heerschappij onder deze enkele mensen. Het resultaat van deze ongepaste strijd uitte zich in demoralisatie, arrogantie van de kant van de Perzische Christenen, de transformatie van religie naar sport en handel. Deze factoren verminderden het respect van de Moslims voor de Christelijke gemeenschap en vermeerderde hun haatdragende jaloezie jegens de voor zichzelf opkomende en succesvolle buren Wat is de consequentie van deze “verdeel en heerspolitiek in de naam van Jezus” voor de kerk van het westen in het algemeen; als we de activiteiten van de Westerse missionarissen in beschouwing nemen in relatie tot de woorden van de God van Abraham, Isaac en Jacob uitgesproken in Exodus 34:7 waar Hij zegt,, Tot in de duizendste generatie bewijs ik mijn trouw, vergeef ik misdaad, onrecht en zonde. Maar de schuldige spreek ik niet vrij. Ik verhaal de misdaden van de voorouders op de kinderen en kleinkinderen tot in de derde en vierde generatie.’? -----------------------------------Zie ook: http://www.aramnahrin.org/Dutch/IrakeseChristenen.htm ----------------------------- De geschiedenis van het Aramese volk is één van vervolgingen, mishandeling, etnische zuiveringen en genociden. Ons volk werd het slachtoffer van Arabisatie, Turkifikatie en Kurdificatie. Pijnlijk genoeg worden vandaag de dag pogingen ondernoemen door elementen die onder invloed staan van externe organisaties met het doel ons volk te schaden – in de navolging van de westerse missionarissen – om ons volk te “Assyrianiseren”, door het verspreiden van desinformatie naar diverse media omtrent ons afkomst en ons taal, het Aramees.
|